Hadith betrouwbaarheid: het begin van de isnaad

Ustadh Saoed KhadjeDocent Dar-al-‘Ilm – Instituut voor Islamstudies

Hadith kent een interessante ontwikkeling. Bij het horen van de term ‘hadith’ wordt al heel snel gedacht aan ‘soennah’, wat te maken heeft met iets van uitspraken en handelingen van de profeet Muhammad (vrede zij met hem) of wat hij van zijn metgezellen of gewoontes heeft toegelaten. De hadith is in die zin simpel gezegd ‘de collectie van de soennah; de profetische overleveringen’. Hadith kan betrekking hebben op verschillende aspecten van het geloof, maar het kan ook gaan over commentaar op de Koran of deugden van metgezellen of bepaalde gebeurtenissen die in de tijd van de Profeet (vrede zij met hem) plaatsvonden. Maar hoe kon worden vastgesteld of een overlevering wel klopte en of iets wel werkelijk een uitspraak of handeling van de Profeet (vrede zij met hem) was?

 

De metgezellen als bron voor hadith

De metgezellen van de Profeet (vrede zij met hem) waren de eersten die konden vaststellen of iets wel of niet door de Profeet (vrede zij met hem) was gezegd, of dat hij een bepaalde handeling wel of niet had verricht en hoe hij deze dan verricht zou hebben. De generatie die de metgezellen opvolgden namen deze kennis via hen over. Zij leerden over het leven van de Profeet (vrede zij met hem), bestudeerden de Koranteksten en verzamelden en leerden de soennah van de Profeet (vrede zij met hem).

Er is voldoende bewijs om aan te tonen dat de uitspraken en handelingen van de Profeet reeds in de tijd van de Profeet (vrede zij met hem) werden opgetekend. De mondelinge overdrachtstraditie kwam echter veel meer voor.

 

Noem de namen

Het was in de tijd na de eerste burgeroorlogen, en na de tijd van ‘Ali en de opkomst van de eerste sekte, de Khawaaridj, dat diverse religieuze geleerden steeds voorzichtiger werden in hun gebruik en aannemen van de hadith. Dit was dus na het jaar 661C. Ze wilden nu weten wie de personen waren die vertelden dat de Profeet (vrede zij met hem) een bepaald iets had gezegd of gedaan.

Ze wilden het niet meer zomaar aannemen. Vandaar ook dat zij zeiden: “Noem de namen van jullie ridjaal!”. Ridjaal betekent letterlijk ‘mannen’ en in algemenere zin ‘personen’, maar wat ermee werd bedoeld was dat de namen van degenen die de overlevering doorgaven vanaf de Profeet (vrede zij met hem) moesten worden genoemd: wie zijn de overleveraars?

Imam Muslim vermeld in zijn hadithverzameling dat de taabi‘ie Ibn Sirien (d.110H/728C) zei: “Zij vroegen niet over de isnaad (wie de overleveraars allemaal waren). Maar toen de fitnah (hier: probleem, onenigheid, m.n. burgeroorlog) plaatsvond, zeiden zij: “Noem ons de namen van jouw mannen (overleveraars).” Dus de overleveringen van degenen die de soennah volgden (Ahl al-Soennah) werden geaccepteerd, terwijl die van degenen die innovaties (in de religie) volgden (Ahl al-Bid‘ah) niet werden geaccepteerd.” [Sahih Muslim]

In de periodes die hierop volgden, met name in de Umayyadische (661-750C) en de Abbasidische dynastie (750-1258C), ontstonden er enerzijds diverse theologische denkrichtingen en ‘groeperingen’ en anderzijds verschillende rechtscholen. Extreem fanatisme in het volgen van de eigen richting heeft bijdragen aan het verzinnen van hadith ter ondersteuning van de eigen visies.

Vanwege de partijgevoelens en ontstane verzinsels was het des te meer nodig om te weten van wie iemand zijn informatie had verkregen.

 

De isnaad: de keten van overleveraars

Het bestuderen van de isnaad, oftewel de keten van overleveraars, werd een belangrijke wetenschap op zich. ‘Abdullah ibn al-Mubarak (d.181H/797C), één van de voortreffelijke hadithgeleerden en leraren van Imam Al-Bukhari, zei “De isnaad maakt deel uit van het geloof. Als het niet was voor de isnaad, dan zou iedereen maar kunnen zeggen wat hij wilde!” [Sahih Muslim]

Het bestuderen en onderzoeken van de isnaad vereiste dat een aantal zaken echt duidelijk en verifieerbaar moesten zijn:

  • Wie zijn de personen die een overlevering van de Profeet (vrede zij met hem) overdragen?
  • Wat is bekend van deze overleveraars? Hoe was bijvoorbeeld hun karakter en geheugen?
  • Van wie hebben zij hun informatie verkregen?
  • Klopt het dat zo een persoon werkelijk die informatie heeft gekregen van degenen die hij noemt?
  • Hoeveel mensen waren bekend met een bepaalde overlevering van de Profeet (vrede zij met hem)?
  • Hoe groot is de kans dat een overlevering als betrouwbaar van de Profeet (vrede zij met hem) kan worden geclassificeerd?
  • Hoe konden de genoemde personen in een overleveraarsketen de betrouwbaarheidsclassificatie beïnvloeden?
  • Welke criteria stelden geleerden om te bepalen wat wel of niet soennah was en wat wel of niet betrouwbaar was?
 

Gradaties in betrouwbaarheid

Sahih  Authentiek, betrouwbaar
Hasan  Acceptabel, over eens te komen
Da’if  Zwak
Da’if djiddan  Erg zwak
Batil  Onechte overlevering voortgekomen door vergissing
Mawdu  Onechte overlevering, nagemaakt, bewust verzonnen

 

De bestudering van hadith

De studie van de hadith draait in essentie om een aantal belangrijke kwesties:

  • Hoe is de structuur en kwaliteit van de overleveraarsketen (isnaad)?
  • Wat vermeldt de inhoudelijke tekst (matn)?
  • Wie heeft de hadith in zijn compilatie verzameld?
  • Wat is de rol van de hadith in de interpretatieleer?
  • Hoe wordt de hadith toegepast in de praktijk?

 

Dit is slechts een kleine greep uit een enorme wetenschap. De omgang met hadith en het gebruik ervan als bewijs in theologische, juridische en ethische vraagstukken is een vakgebied op zichzelf. Het moge in ieder geval duidelijk zijn dat kennis van hadith en de toepassing daarvan cruciaal is voor ons geloof.

de 6 voornaamste hadith
verzamelaars

Imam Al-Bukhari 194-256H / 810-870C
Imam Muslim 206-261H / 822-875C
Imam Abu Dawud 202-275H / 818-889C
Imam Al-Nasa’i 215-303H / 830-916C
Imam Al-Tirmidhi 209-279H / 824-892C
Imam Ibn Madjah 209-273H / 824-887C

 

De verzamelingen van deze hadithgeleerden worden de Koetoeb as-Sittah genoemd: ‘de zes werken’. Het wordt ook Sihaah as-Sitta genoemd: ‘de zes authentieken’ of ‘de zes canonieken (alom betrouwbaar geachte)’. Deze laatste titel kan verwarrend zijn, omdat afgezien van Sahih Al-Bukhari en Sahih Muslim, niet alle hadith die in deze werken zijn opgenomen als sahieh (authentiek, betrouwbaar) worden geclassificeerd. Wat met zulke titels wordt bedoeld is dat van al de hadithverzamelingen, deze het beste van het beste waren: de crème de la crème. De werken van de Imams Al-Bukhari en Muslim worden vanwege hun criteria en methode van hadithacceptatie, beschouwd als de twee meest betrouwbare werken.

 

Andere vooraanstaande hadithverzamelaars

  1. Imam Malik        93-179H / 710-795C        
  2. Al-Tayalisi            133-204H / 750- 819C
  3. Ibn Abi Shayba  159-235H / 775-849C    
  4. Imam Ahmad ibn Hanbal          164-241H / 780-855C
  5. Al-Darimi             181-255H / 797-869C   
  6. Ibn Khuzaymah  223-311H / 837-923C
  1. At-Tabarani         260-360H / 874-971C
  2. Ibn Hibban          270–354H / 884–965C   
  3. Al-Daraqutni      306-385H / 918-995C
  4. Al-Hakim              321-405H /933-1014C
  5. Al-Bayhaqi          384-458H  / 994–1066C

 

(H = hidjra islamitisch jaartelling; C = christelijke jaartelling)